Baby’s hebben veel behoefte aan lichaamscontact.
Knuffelen bevordert de groei en de hechting, blijkt uit onderzoek.
Maar er zijn meer voordelen, zeker bij vroeggeboorte. Daarom wordt buidelen gestimuleerd op neonatologieafdelingen.
Huid-op-huid-contact
Het allerliefst ligt je baby bloot op jouw blote huid. Dit huid-op-huid-contact heeft een gunstige invloed op allerlei processen in het babylijfje:
- Het reguleert de temperatuur van de baby, die dat zelf nog niet kan. Via jouw huid registreert je brein of je baby meer of minder warmte nodig heeft en past jouw temperatuur daarop aan.
- Het stabiliseert de hartslag, ademhaling en bloedsuikerspiegel.
- Het zorgt voor een daling van stresshormonen en aanmaak van kalmerende hormonen.
- Het stimuleert de groei en de hersenontwikkeling.
- Het bevordert een veilige hechting.
Oxytocine-aanmaak
Als je je baby vasthoudt, maak je veel oxytocine aan. Dit ‘knuffelhormoon’ zorgt voor liefdevolle, zorgzame gevoelens en werkt als een magneet tussen jou en je baby. Het maakt dat jullie je diep verbonden voelen en deze veilige hechting is essentieel voor een baby om zich fysiek en emotioneel gezond te ontwikkelen, ook in het latere leven.
Oxytocine is ook nodig voor de aanmaak van moedermelk en de toeschietreflex. De kans dat de borstvoeding soepel gaat en echt genieten is, is het grootst als je je baby veel vasthoudt of draagt. Zijn natuurlijke reflexen om zelf op zoek te gaan naar voeding worden gestimuleerd, omdat de tepel in de buurt is en hij hem makkelijk kan vinden. Ook dat geeft hem zelfvertrouwen. Lees hier meer over de eerste reflexen van je baby.
Baby knuffelen
Het is niet alleen leuk, het is ook belangrijk voor de hechting en zijn zelfvertrouwen. Maar er zitten veel meer positieve effecten aan knuffelen.
- Hersenen
De ontwikkeling van de hersenen is een dynamisch proces dat gestuurd wordt door de ervaringen die een baby opdoet. In het eerste levensjaar vindt tachtig procent van de hersengroei plaats. Je baby wordt geboren met 25 procent van het hersengewicht van een volwassene en bijna alle verbindingen tussen hersencellen moeten nog gemaakt worden. Hoe meer verbindingen er ontstaan, hoe beter verschillende hersencellen met elkaar gaan communiceren. - Positieve ervaringen
De ervaringen die je baby opdoet in het eerste jaar, bepalen mede welke en hoeveel verbindingen er ontstaan tussen de hersencellen. Positieve ervaringen zoals knuffelen, praten en lachen zorgen voor het vrijkomen van bepaalde stoffen die de ontwikkeling van de verbindingen stimuleren. Bij negatieve ervaringen zoals stress, wordt de aanmaak van verbindingen juist geremd door de stoffen die er dan vrij komen. - Stress
Te veel stress is voor volwassen, kinderen en baby’s niet goed. Volwassenen weten vaak zelf wel wat ze moeten doen om de stress te verminderen of schakelen hulp in. Bij kinderen en baby’s is dat anders, omdat zij afhankelijk zijn van hun ouders.
Het stresssysteem bij baby’s is nog niet helemaal ‘af’. Een baby is helemaal afhankelijk van jou en huilt als hij honger heeft, een schone luier wil of een boer moet laten. Hij huilt net zo lang tot iemand hem komt helpen en dan is de stress weer snel voorbij. Een baby kan al snel stress ervaren doordat de zintuigen gevoelig zijn. Dit zijn korte stressmomenten en doordat je als ouder reageert op zijn stress – met bijvoorbeeld knuffelen – is dit niet schadelijk voor de hersenen. Langdurige stress daarentegen wel.